Circulaire Bouw 2035, aanzet tot een toekomstperspectief
Copper8 en Metabolic hebben in opdracht van het Ministerie van BZK een toekomstperspectief geschetst voor de verduurzaming van de bouwsector. Deze staat voor grote opgaven. 900.000 woningen bouwen (2030), biobased bouwen (50% in 2030), de CO2-uitstoot terugdringen (-55% in 2030) en de stikstofuitstoot halveren (in 2030). Als aanzet voor een toekomstperspectief schetst dit rapport verschillende circulaire strategieën en hun impact. Gekeken wordt naar bouwtechnische strategieën, naar voorraadstrategieën en naar strategieën die raken aan de bouw- en bouwmaterialenindustrie.
De bouwtechnische circulaire strategieën hebben samen onvoldoende impact om de circulaire doelen te realiseren. Hergebruik & recycling kan tot en met 2035 zorgen voor een beperkte besparing, zowel in CO2-uitstoot (2,5%) als de primaire materiaalvraag (5,5%). Biobased bouwen heeft een grotere potentie, met een sterkere verlaging van zowel de CO2-uitstoot (9,5%) als de hoeveelheid primair materiaal (16,2%). Deze strategieën dragen tevens bij aan een betere Milieuprestatie Gebouwen (MPG).
Om de doelstellingen op klimaat en circulaire economie te realiseren, zijn ook circulaire strategieën nodig die raken aan de ontwikkeling van de gebouwvoorraad. Wanneer de huidige doelstelling van 900.000 woningen tot en met 2030 als vertrekpunt worden genomen, kan optoppen en transformeren leiden tot flinke besparingen in de CO2-uitstoot (8,4%) en het primair materiaalverbruik (16,0%). Ook de bijdrage van kleiner bouwen, waarbij woningen worden gerealiseerd die bijdragen aan een meer gebalanceerde woningvoorraad, draagt flink bij aan CO2-besparing (8,1%) en vermindering van de hoeveelheid primair materiaal (9,0%). Wanneer de huidige woningvoorraad beter wordt benut en doorstroming bevorderd, kan de potentie van kleiner bouwen verder groeien.
Het is daarom belangrijk om in te zetten op alle circulaire strategieën.
De versnelde verduurzaming van de bouwmaterialenindustrie is nodig om de circulaire doelen te realiseren. Wanneer de bouwmaterialenindustrie haar CO2-reductie versnelt van 2% per jaar naar 5% per jaar, in lijn met doelstellingen in onder meer het Betonakkoord en het Bouwakkoord Staal, leidt dit tot en met 2035 tot een aanvullende CO2-besparing van 11%. Omdat de industrie voor zich voor een belangrijk deel in het buitenland bevindt, is het echter lastig om de precieze bijdrage hiervan aan de Nederlandse CO2-reductie te duiden. Dat een deel van de CO2- reductie in het buitenland plaatsvindt, geldt voor alle strategieën.
Wanneer maximaal wordt ingezet op de combinatie van circulaire strategieën en een snelle verduurzaming van de industrie, is het mogelijk om de CO2-uitstoot tot en met 2035 met 40% te verminderen. In het jaar 2035 betekent dit een vermindering van 82% (t.o.v. 1990). Het primair materiaalverbruik kan tot en met 2035 dalen met 45%. In het jaar 2035 betekent dit een daling van 75% (t.o.v. 2023). De sterke daling na 2030 is voor een deel toe te schrijven aan de daling van de nieuwbouwproductie. Wanneer één van de circulaire strategieën echter niet (volledig) wordt toegepast, is dit een risico voor het behalen van de doelstellingen. Het is daarom belangrijk om in te zetten op alle circulaire strategieën.